Naar een brandveiligere natuur
Onbeheersbare natuurbranden komen steeds vaker in het nieuws. Op alsmaar meer plaatsen in de wereld richten ze een grote ravage aan met een immense impact. We herinneren ons allemaal de branden van de afgelopen jaren in Californië, het Amazonewoud of Australië maar ook in Spanje, Portugal en Griekenland.
In België komen er, in vergelijking met andere landen, minder vaak grootschalige branden voor. Toch worden ook wij steeds vaker geconfronteerd met grote natuurbranden, denk maar aan de branden in 2011 (Hoge Venen, Kalmthoutse Heide en Meeuwen-Gruitrode), in de Liereman in Oud-Turnhout (april 2020) en aan de brand op het Groot Schietveld in Brecht (april 2021). Hoewel het aantal natuurbranden in België eerder beperkt is, kunnen de gevolgen in ons dichtbevolkt land groot zijn. Residentiële en commerciële gebieden bevinden zich vaak dicht tegen natuurgebieden. Grote bomen die over de weg hangen kunnen een brug vormen tussen het natuurgebied en woningen waardoor de brand zich razendsnel en gevaarlijk kan verspreiden in woonwijken.
De impact van de klimaatverandering is voelbaar. De kans op natuurbranden neemt toe en ook het risico dat deze branden escaleren naar oncontroleerbare branden wordt steeds groter. De ecologische én maatschappelijke schade van dit type branden is enorm. Het duurt decennia om die schade te herstellen. Daarnaast is ook de financiële impact op hulpdiensten, gemeenten en beheerders groot, om nog maar te zwijgen over de mogelijke menselijke tol.
Aan de ene kant kunnen we preventieve maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat natuurbranden niet ontstaan (preventie van ontstaan). Aan de andere kant moeten we ervoor zorgen dat ze, als ze dan toch zijn ontstaan, niet verder kunnen uitgroeien tot onbeheersbare branden (preventie van escalatie).
Om ervoor te zorgen dat ze niet ontstaan, moeten we eerst nagaan waar zich de grootste risico’s bevinden. Het is belangrijk om te weten welke natuurgebieden extra brandgevoelig zijn, en waarom dit zo is.
Uit onderzoek door de universiteit van Gent blijkt dat er wel degelijk enkele provincies in België zijn die meer risico lopen op natuurbranden. Het gaat dan voornamelijk over Antwerpen, Limburg en Luxemburg. Dit komt omdat er in die provincies enkele gebieden zijn die heel brandgevoelig zijn.
FIGUUR 1: Risicovolle gebieden natuurbranden in België
Maar waarom zijn nu juist die gebieden zo brandgevoelig? Dit heeft te maken met het type vegetatie dat daar aanwezig is. Naaldhout, gras en heide zijn zeer brandgevaarlijk. Deze 3 types van vegetatie hebben een hoog ontstaansrisico én een hoog escalatierisico.[2]
De brandgevoeligheid evolueert ook doorheen de seizoenen. Vooral het voorjaar, april – mei, kent een verhoogd risico op natuurbranden.[3] De luchtvochtigheid neemt af waardoor de vegetatie sneller uitdroogt en ze dus brandbaarder is.
In bepaalde periodes van het jaar en met de aanwezigheid van bepaalde types vegetatie, kan een natuurbrand dus al snel de verkeerde richting uit gaan. Tel daar nog een strakke wind bij en de kans op, bij hulpverleners zo gevreesd en moeilijk te controleren, kroonvuur neemt aanzienlijk toe.[4]
FOTO 1: Kroonbrand tijdens de brand op de Kalmthoutse Heide in 2011 (@Gemeente Kalmthout)
Naast de juiste omstandigheden (voldoende zuurstof, voldoende brandstof (vegetatie)), moet er ook nog steeds een ontsteking ontstaan. Maar liefst 90% van de natuurbranden ontstaat door menselijk gedrag. Het kan dan enerzijds gaan om bewuste brandstichting en anderzijds om onvoorzichtigheid van mensen. Het is vooral deze laatste categorie waar we op kunnen ingrijpen door mensen te sensibiliseren en informeren over de risico’s en hen handelingsperspectieven te bieden. Alles begint dus met gericht informeren en sensibiliseren over de risico’s.
Het Agentschap voor Natuur en Bos kondigt een risicocode af naargelang de grootte van het risico (groen = weinig gevaar, geel = gevaar, oranje = hoog gevaar, rood = extreem hoog gevaar).
Aan enkele ingangen van natuurgebieden worden deze codes fysiek aangegeven door middel van een bord. Zo weten wandelaars onmiddellijk hoe hoog het risico is. De meest actuele code is ook steeds terug te vinden via https://www.natuurenbos.be/waarschuwingen.
FOTO 2: Indicatie risico op natuurbrand (Klein Schietveld)
Ook andere actoren zetten steeds meer in op sensibilisering van de bevolking. Uit mijn onderzoek[5] kwamen enkele belangrijke aandachtspunten omtrent risicocommunicatie naar voor. Mensen zullen hun gedrag pas aanpassen indien ze voldoende kennis hebben over het risico, zich bewust zijn van (de ernst van) het risico en effectief inzien dat ze zelf een verschil kunnen maken. Belangrijk is om in periodes van verhoogd brandrisico burgers extra te informeren maar ook om hen handelingsperspectieven te geven zoals “rook niet in natuurgebieden” of “laat je kinderen niet alleen”.
Door burgers te sensibiliseren vergroot ook de sociale controle waardoor de kans op het (on)opzettelijk ontsteken van een brand door menselijk toedoen weer verkleint. Ook de Dienst Noodplanning van de Gouverneur van Antwerpen zet in op sensibilisering door het verspreiden van visuals met handelingsperspectieven via sociale media.
FOTO 3: Visual sensibilisering risico natuurbranden(@DNPPROVANT)
Inzetten op preventie is zeer belangrijk. Maar toch zal het steeds vaker gebeuren dat een natuurbrand zal ontstaan. In dat geval is het belangrijk om ervoor te zorgen dat hij niet kan escaleren naar een oncontroleerbare brand. Er zijn verschillende repressieve maatregelen die hiervoor van belang zijn. Enkele hiervan komen hier kort aan bod.
Ten eerste heeft het beheer van de natuurgebieden een grote impact op de evolutie van een natuurbrand. Zoals eerder al vermeld is sommige vegetatie brandgevoeliger dan andere. Beheerders kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat er aan de randen van natuurgebieden geen brandgevoelige vegetatie staat. Dit om te vermijden dat branden kunnen overslaan naar de residentiële gebieden. Maar ook in de andere richting kunnen stappen worden ondernemen. Wie naast een natuurgebied woont kan eenvoudige ingrepen doen om bij te dragen tot de brandveiligheid van natuurgebieden. Op die manier kan men het risico verminderen dat een woningbrand overslaat naar natuurgebied.
Een andere beheersmaatregel is het minimaliseren van de mogelijkheid tot trapbranden. Dit wil zeggen dat een brand vanaf de grond via de vegetatie (in trappen) naar boven kruipt en op die manier in de bovenste vegetatie (kroonlaag) terecht komt en dus escaleert tot oncontroleerbaar kroonvuur.
FOTO 4: Laddereffect [6]
Ten tweede is ook snelle detectie van branden van cruciaal belang. Hoe sneller een brand wordt opgemerkt, hoe sneller er kan worden ingegrepen en hoe minder kans er dus is dat hij verder escaleert. In enkele gebieden zijn er brandtorens waardoor de torenwachters paraat staan om branden snel te detecteren. In de meeste gebieden is dit echter niet het geval waardoor een brand vaak eerder toevallig gedetecteerd wordt door passanten. Hier kan cruciale tijd door verloren gaan. Momenteel bekijken verschillende actoren dan ook de opties om te werken met automatische branddetectie via bv. camerasystemen.
Ten derde is het belangrijk dat brandweer voldoende kennis van natuurbranden en de bestrijding hiervan heeft. In april 2021 publiceerde het Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid een Standaard Operationele Procedure (SOP) voor de bestrijding van natuurbranden. Hierin worden de procedures uitgelegd die gevolgd worden bij de bestrijding van dit type branden. Deze procedures moeten zo veel als mogelijk in de praktijk geoefend worden zodat de hulpdiensten ze maximaal onder de knie krijgen. Het organiseren van grootschalige terreinoefeningen, zoals in oktober 2019 in Leopoldsburg of in oktober 2021 in Balen, zijn van heel grote waarde.
Tenslotte is ook het gebruik van degelijke uniforme cartografie onontbeerlijk. Het is belangrijk om te weten welke wegen er zijn, welke wegen berijdbaar zijn met welk type voertuig, waar er zich risico’s bevinden (bv. opslag munitie, campings,…) en welke wegen onderweg hindernissen hebben (bv. slagbomen). Als hulpdiensten zich niet correct kunnen oriënteren, riskeren ze verloren te rijden of vast te rijden in moerasachtige gebieden. Voor hun eigen veiligheid is het van fundamenteel belang dat ze niet verdwalen en dat ze de nodige vluchtwegen kennen zodat ze niet ingesloten raken door een brand. Sinds enkele maanden is er uniforme cartografie van natuurgebieden voor de hulpdiensten beschikbaar via https://uce.ngi.be/. Deze uniforme cartografie is ontstaan uit een samenwerking tussen Dienst Noodplanning Gouverneur Antwerpen, het Nationaal Geografisch Instituut, Hulpverleningszones Rand, Taxandria en Kempen en het Agentschap voor Natuur en Bos.
De klimaatverandering zal ervoor zorgen dat wij in de toekomst steeds vaker te maken zullen krijgen met natuurbranden. Het is dan ook dringend tijd dat we ons hier goed op voorbereiden. Veel actoren zijn zich hier al van bewust en leveren de eerste noodzakelijke inspanningen.
Inspelen op de kans dat een brand ontstaat is een eerste belangrijk aandachtspunt. Mensen sensibiliseren via kleurcodes die wijzen op het brandrisico en hen handelingsperspectieven geven is dan ook cruciaal om een ontsteking te voorkomen. Als het dan toch zo ver komt dat een brand ontstaat, is het essentieel om de impact hiervan zo klein mogelijk te houden. Dit kunnen we bereiken door onder andere doorgedreven maatregelen op vlak van beheer te hanteren, snelle detectiemanieren te vinden, een goed getrainde brandweer in te zetten en gebruik te maken van uniforme en duidelijke cartografie.
Een natuurbrand is het eindpunt van een lange keten waar veel verschillende actoren en bevoegdheden op elkaar inspelen: de klassieke veiligheidsdiensten, natuurbeheerders, maar ook gewone burgers hebben een rol te spelen. Enkel door samen te werken en ieders expertise maximaal te benutten kunnen we komen tot een brandveilige natuur.
Auteur : Maya Gijselaar
[1] Depicker, A., De Baets, B., & Baetens J.M. (2018). A first wildfire risk assessment for Belgium. Natural Hazards and Earth System Sciences. In review, doi:10.5194/nhess-2018-252
[2] Boosten, M., de Groot, C. & van den Briel, J. (2009). Inventarisatie van de ontstaans- en escalatierisico’s van natuurbranden op de Veluwe. (Rapport Stichting Probos NL). Geraadpleegd via https://www.probos.nl/images/pdf/rapporten/Rap2009_ Inventarisatie_van_de_ontstaans_en_escalatierisicos_van_natuurbranden_op_de_Veluwe.pdf
[3] Depicker, A., De Baets, B., & Baetens J.M. (2018). A first wildfire risk assessment for Belgium. Natural Hazards and Earth System Sciences. In review, doi:10.5194/nhess-2018-252
[4] Instituut Fysieke Veiligheid (2017). Natuurbrandbeheersing in Nederland. Natuurbeheerders, brandweer en andere belanghebbenden werken aan praktische oplossingen. Geraadpleegd via https://www.ifv.nl/kennisplein/Documents/20170621-IFV-KP-Natuurbranden.pdf
[5] Gijselaar, M. (2020) Naar een brandveiligere natuur: Aanbevelingen voor een preventief beleid rond ontstaan en escalatie van natuurbranden. https://rampenmanagement.be/nieuws/eindwerk-naar-een-brandveiligere-natuur-maya-gijselaar/
[6] Landelijke vakgroep natuurbranden (2014). Bronnenboek natuurbrandbestrijding. Geraadpleegd via https://extranet.infopuntveiligheid.nl/Infopuntdocumenten/ 201406%20LVN%20Bronnenboek%20natuurbrandbestrijding.pdf